LinkedInYouTubeTwitter

1510 Extramuralisering in de GGZ

Op dinsdag 15 oktober komt de groep Zorgvastgoed bij elkaar in de Rooie Cent te Amersfoort. Deze keer zijn er deelnemers vanuit diverse sectoren bijeen om met elkaar te brainstormen over de consequenties van de extramuralisering voor de GGZ. Er ontstaat een levendig gesprek die menigeen nieuwe en waardevolle inzichten biedt.

 

Ellen Krijnen, BredaExtramuralisering in de GGZ

Extramuralisering in een turbulente omgeving met veelheid aan stakeholders

De bijeenkomst wordt afgetrapt door een drietal organisaties uit Breda e.o. Ellen Krijnen van de gemeente Breda schetst de grote opgave die er ligt om (misschien wel) 200 plaatsen in de GGZ te extramuraliseren en wat daar zoal bij komt kijken.

 

Deze doelgroep heeft behoefte aan betaalbare woningen, maar is  niet de enige. Ook de 800 te huisvesten statushouders doen hierop een beroep. Het is de vraag of dat binnen de huidige voorraad is op te lossen of dat aan andere alternatieven moet worden gedacht.

 

De extramuralisering in het sociale domein (waaronder de GGZ, maar ook ouderenzorg en gehandicaptenzorg) vindt plaats in een turbulente omgeving waar een veelheid aan stakeholders bij is betrokken. We proberen als gemeente dit op te lossen door actief met onze stakeholders het gesprek aan te gaan en tot oplossingen te komen. Zeker als het gaat om de doelgroep GGZ hebben we hier de eerste mooie stappen in gezet. We begrijpen steeds beter elkaars taal en kennen de belangen die meewegen.

 

Van ‘pappen en nathouden’ naar behandeling gericht op herstel

‘De houding m.b.t. de cliëntgroep GGZ is veel te lang de houding geweest van ‘pappen en nathouden’, zo zegt Rob Fitters van GGz Breburg. De focus lag in Nederland vooral op het voorkomen van overlast in plaats dat het daadwerkelijk op het herstel van de cliënt gericht was.

 

GGz Breburg heeft inmiddels goede ervaring om in een intensief traject van minimaal 3 jaar  de meeste cliënten naar een stabiele situatie te brengen, waarna vaak lichtere ondersteuning voldoende is. Ook in crisissituaties wordt de tijd van opname nu beperkt tot bijvoorbeeld 3 weken, waarna de cliënt verdere ondersteuning krijgt in, bij voorkeur, zijn thuissituatie. Wanneer iemand dan toch ergens anders dan thuis moet worden begeleid, dan hanteert GGz Breburg het uitgangspunt dat cliënten ondersteuning ontvangen in een omgeving waar zij een tijdje kunnen blijven wonen. Ervaring leert  dat wanneer cliënten naar een andere omgeving moeten verhuizen, 50% van het herstel verloren gaat. Een ander leerpunt: veel GGZ-cliënten wonen met 3 à 4 cliënten in één huis. Niet zozeer de ziekte, maar het samenwonen in één huis met anderen, veroorzaakt veel spanning en overlast. De meeste cliënten zijn gebaat bij een woning of appartement met in ieder geval een eigen voordeur/leefruimte. Soms gaat het echter wel goed, dat blijft altijd maatwerk.

 

Anneke Creemers, LaurentiusToename van complexe overlastmeldingen

Het doel van woningcorporaties is goede en betaalbare huisvesting te bieden. Wat niet iedereen weet is dat zij ook verantwoordelijk zijn voor het verschaffen van woongenot, zo zegt Anneke Creemers van Laurentius. In de praktijk is dat soms best lastig omdat het aantal complexe overlastmeldingen de afgelopen vijf ruim is verdubbeld (bijna verdrievoudigd). Om zelfstandig wonen mogelijk te maken bij de GGZ doelgroep werkt Laurentius actief samen met onder andere de GGZ-zorg. Zij hebben sinds 2008 ruim 150 huurders gehad via verschillende zorginstellingen met een verplichte begeleidingsovereenkomst, waarvan er slechts 10 overduidelijk zijn mislukt, de overige 93% lijken positief te zijn uitgepakt.

 

Een ander knelpunt waar corporaties tegenaan lopen is ook de toename van onzichtbare problematiek bij reguliere huurders. En tevens dat de meest kwetsbaren in bepaalde gebieden vanwege eenzijdige (goedkope) woningvoorraad te geconcentreerd in één gebied wonen. Dat vraagt extra inspanningen om de leefbaarheid daar op peil te houden. Soms zit regelgeving daarbij in de weg. De huurwet beschermt de huurder, ook als deze hulp weigert. Dan sta je als corporatie en natuurlijk ook de directe buren met de rug tegen de muur.

 

Dilemma’s

Na het eerste inleidende uur, ontstaan spontaan al diverse interessante gesprekken. Ellen Olde Bijvank nodigt de deelnemers uit mee te doen aan het Worldcafé waar we het laatste uur  een drietal thema’s nader met elkaar verkennen.

  • Woning: kwaliteit en betaalbaarheid
  • Acceptatie in de buurt: wat is daarvoor nodig?
  • Toewijzingsbeleid: wel/niet ex-intramurale cliënten een woning toewijzen via regulier woningtoewijzingskanaal of uitzondering middels aanwijzen contingenten

Extra informatie/achtergrond

 

Volgende bijeenkomst

We zien elkaar weer tijdens de Najaarsbijeenkomst van Bouwstenen op 3 december a.s. Frank Kalshoven zal daar ingaan op de maatschappelijke waarde van het vastgoed. En deze dag nog veel meer interessants natuurlijk. Voor wie zich nog niet heeft aangemeld; dat kan achter deze link.

 

 

Najaarsbijeenkomst 2015